Via een exoneratiebeding kan u uw aansprakelijkheid in een overeenkomst of in algemene voorwaarden beperken of zelfs uitsluiten. U dient daarbij echter de wettelijke grenzen te respecteren.
Een exoneratiebeding is een bepaling waarmee u de wettelijke aansprakelijkheid (en bijhorende verplichting tot herstel of schadevergoeding), ontstaan door een toerekenbare tekortkoming of onrechtmatige daad, kan uitsluiten of beperken. Bekende voorbeelden hiervan zijn de borden in winkels en sportcentra die aangegeven dat men niet aansprakelijk is voor schade of diefstal. Dergelijke bedingen worden echter vaak ook opgenomen in contracten en algemene voorwaarden. |
1. Principiële geldigheid na aanvaarding
Hoewel partijen in principe vrij kunnen bepalen of, en zo ja in welke mate, een exoneratiebeding contractueel wordt bedongen, wordt er in gerechtelijke procedures vaak gedebatteerd over de geldigheid van dergelijk beding. Zoals hieronder wordt verduidelijkt, zijn er immers belangrijke grenzen aan die principiële geldigheid.
De eerste belangrijke vraag is echter die naar de toepasselijkheid. De partij, die zich beroept op een exoneratiebeding om zijn aansprakelijkheid te beperken, moet immers in eerste instantie het bewijs leveren dat het betreffende exoneratiebeding ook daadwerkelijk werd aanvaard door de andere partij. Dit gebeurt veelal door het ondertekenen van een overeenkomst of bestelbon. Niettemin blijkt dit vaak problematisch te zijn in het geval van standaardexoneratieclausules in algemene voorwaarden.
2. Drie uitzonderingen
Het uitsluiten of beperken van de aansprakelijkheid mag niet leiden tot een onevenwicht in de relatie tussen de contractspartijen. Er bestaan daarom drie belangrijke uitzonderingen op de principiële geldigheid van het exoneratiebeding. Zo mag een exoneratiebeding:
(i) niet strijdig zijn met het dwingend recht of de openbare orde en goede zeden;
(ii) de schuldenaar niet bevrijden van zijn aansprakelijkheid voor zijn eigen opzet; en
(iii) de overeenkomst niet uithollen.
Verder is van belang dat een exoneratiebeding wordt beschouwd als uitzondering op de wettelijke aansprakelijkheid en restrictief moet worden geïnterpreteerd. Dit heeft o.a. tot gevolg dat een exoneratiebeding zeer duidelijk moet worden opgesteld, zodat het geen ruimte laat voor interpretatie of discussie. Zo niet, loopt u het risico dat het beding buiten toepassing wordt gelaten.
3. De theorie getoetst aan de hand van een praktijkvoorbeeld: de boekhouder
De eerste twee uitzonderingen, nl. het feit dat een exoneratiebeding (i) niet strijdig mag zijn met het dwingend recht of de openbare orde en goede zeden en (ii) de schuldenaar niet mag bevrijden van zijn aansprakelijkheid voor zijn eigen opzet, zijn relatief voor de hand liggend en leiden in de praktijk dan ook slechts zelden tot discussie.
Recente rechtspraak met betrekking tot de aansprakelijkheid van boekhouders levert daarentegen enkele verhelderende voorbeelden van de derde uitzondering, nl. het feit dat een exoneratiebding de overeenkomst niet mag uithollen.
Indien u uw boekhouding toevertrouwt aan een boekhoudkantoor, verwacht u dat dit kantoor uw boekhouding zorgvuldig beheert en daartoe alle noodzakelijke handelingen verricht. Dit behoort immers tot de kern van de beroepsactiviteit van het boekhoudkantoor en het is op basis van die expertise dat u beroep doet op het kantoor. Dit uitgangspunt ligt ten grondslag aan uw overeenkomst met het boekhoudkantoor en mag derhalve niet worden uitgehold.
- In beginsel zou uw boekhouder zich kunnen exoneren voor een eventuele zware fout (zonder opzet), zoals bv. het laattijdig indienen van uw belastingsaangifte. Aangezien dit echter een van de essentiële kerntaken is van uw boekhouder, is de rechtspraak van oordeel dat dergelijk exoneratiebeding zou leiden tot een uitholling van de overeenkomst. U heeft immers een overeenkomst met het boekhoudkantoor afgesloten net om ervoor te zorgen dat de belastingsaangifte tijdig wordt ingediend. Dit is een duidelijk voorbeeld van een exoneratieclausule die leidt tot een vrijstelling van de verplichtingen die verwacht worden binnen de beroepsactiviteit, hetgeen dus ongeldig is. Het tijdig indienen van een exoneratiebeding is een resultaatsverbintenis en het boekhoudkantoor kan zich hiervoor niet exonereren.
- Inhoudelijk is de taak van een boekhouder daarentegen slechts een inspanningsverbintenis (en dus geen resultaatsverbintenis), wat betekent dat hij zo goed mogelijk naar de heersende normen, zoals een normaal en zorgvuldig boekhouder, moet omspringen met het door de klant aangeleverde cijfermateriaal. Niettemin behoren bepaalde verplichtingen tot de essentie van het beroep, zodat een boekhouder zich bv. voor het foutief ingeven van gegevens niet kan exonereren.
- Een over het algemeen geldig exoneratiebeding volgt vaak na een verandering van boekhoudkantoor: een boekhouder kan contractueel vastleggen dat hij zijn opdracht beperkt tot het loutere verwerken van de cijfers die zijn ingegeven of vergaard door de vorige boekhouder, zonder de juistheid daarvan te controleren.
- Voorts is er vaak discussie over de jaarrekening die werd opgesteld door de boekhouder en nadien werd goedgekeurd door de algemene vergadering van de klant. Dit betekent immers niet automatisch een verschuiving van aansprakelijkheid. Volgens recente rechtspraak mag de algemene vergadering er namelijk in principe van uitgaan dat de boekhoudkundige gegevens op correcte wijze zijn verwerkt door de boekhouder. De boekhouder blijft dan ook aansprakelijk voor eventuele fouten, aangezien het opstellen van de jaarrekening nu eenmaal behoort tot de kernactiviteiten van de boekhouder.
- Het boekhoudkantoor kan daarentegen haar aansprakelijkheid wel beperken tot een bepaald maximumbedrag, bv. het bedrag dat wordt gedekt door de (verplichte) beroepsaansprakelijkheidsverzekering of een ander (redelijk) forfaitair bedrag.
4. Voorbeeld van een geldig exoneratiebeding
Onderstaand voorbeeld kan dienen als inspiratie indien u een exoneratiebding wenst op te nemen in uw contracten of algemene voorwaarden:
“Tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen, zijn al onze verbintenissen middelenverbintenissen. Onverminderd afwijkende dwingende wettelijke bepalingen, zijn wij slechts aansprakelijk voor schade veroorzaakt wegens de niet-naleving van onze verbintenissen, indien en voor zover die schade is veroorzaakt door onze opzettelijke of zware fout of door bedrog. Voor overige fouten zijn wij niet aansprakelijk.
Ingeval wij aansprakelijk worden gehouden voor enigerlei schade, is onze aansprakelijkheid beperkt tot maximaal de factuurwaarde van de bestelling van de klant, althans tot dat gedeelte van de bestelling waarop de aansprakelijkheid betrekking heeft. Wij zijn uitsluitend aansprakelijk voor directe schade. Wij zijn nooit aansprakelijk voor indirecte schade, met inbegrip van doch niet uitsluitend gevolgschade, gederfde winst, gemiste besparingen of schade aan derden.
Ingeval van overmacht worden onze verplichtingen opgeschort en zijn wij van rechtswege bevrijd en niet gehouden tot nakoming van enige verbintenis jegens de klant noch op enige andere wijze aansprakelijk.”
Uiteraard dient elk exoneratiebeding op maat te worden geschreven, aangezien elke situatie en dus ook de bijhorende contracten of algemene voorwaarden uniek zijn. Wee degene die hierin een aansprakelijkheidsbeperking vanwege de advocaat ziet.
Wenst u meer informatie over het exoneratiebeding en/of hulp bij het opstellen van een op maat gemaakte én rechtsgeldige exoneratieclausule in uw contracten of algemene voorwaarden? Aarzel dan niet om ons te contacteren.